HEAD to HEAD
MATS GUSTAFSSON
De voorbije decennia is de Zweedse rietblazer Mats Gustafsson uitgegroeid tot een van de sleutelspelers van de Europese vrije muziek en experimentele muziekscene. Een cruciaal vlaggenschip is het Fire! Orchestra, dat hij naar het Summer Bummer festival brengt, weliswaar in een bijzonder CBA (Community Based Activity) format.
Deze uitzonderlijke tweedaagse is het resultaat van een jarenlange connectie tussen de kernleden van het orkest en Sound in Motion / Summer Bummer die opgebouwd werd doorheen de jaren. Sommigen herinneren zich vast nog het ontvlambare concert van Gustafsson met Brian Chippendale (Lightning Bolt) en Massimo Pupillo (Zu) tijdens de eerste Summer Bummer editie. Of eerdere concerten van Fire! Orchestra, Sonore, The Thing, The Underflow en, eerder dit jaar, de magische performance van Ghosted.
Terwijl de kernband nog altijd bestaat uit vertrouwde gezichten, omringen ze zich met een uitgelezen groep nieuwe muzikanten. Op de eerste avond is dat met kinderen tussen 8 en 12 jaar. Op de tweede avond met enkele van de knapste talenten van de internationale creatieve muziekscene. Iets om naar uit te kijken én meer dan voldoende reden voor een gesprek met de meester, als vanouds genereus met zijn tijd en energie.
De nalatenschap van Brötzmann
Laten we eerst een paar maanden teruggaan, toen je co-curator was van een driedaags Brötzmann-eerbetoon in Warschau. Hoe is dat meegevallen?
Het was een van die gelegenheden die je je voor altijd zal herinneren. Het was een waardige hommage aan de muziek en nalatenschap van Peters muziek en kunst. Het was creatief, ontspannen, verrassend en fantastisch. De algemene vibe was warm en gewoon heel creatief. Een geweldig publiek ondersteunde alle lawaai, elke film en elke foto die er te zien was. Er waren veel te veel hoogtepunten om er een paar uit te pikken. De muziek was geschift. Zo creatief, met artiesten uit uiteenlopende hoeken van de muziek en kunst. We hadden niet op meer kunnen hopen. Het was een magische gebeurtenis, voor iedereen die er was.
Hoe pak je zo’n event aan als curator?
Ik cureerde samen met mijn dierbare vriend John Corbett [schrijver, producer en gallerij-eigenaar uit Chicago, gp]. Het was eigenlijk makkelijk om dit samen te doen. We weten heel goed hoe de ander denkt. We wilden een ander programma dan de eerdere hommages in Londen en Chicago. De line-up werd dus iets helemaal anders. We willen er ook films bij en een foto-expo van Žiga Koritnik [Sloveneense fotograaf die veel actief is in de vrije muziekscene, gp], die werkt aan een fantastisch fotoboek met foto’s van Peter. We wilden zowel werken met artiesten die lang met Peter speelden, maar ook met anderen die geïnspireerd werden door zijn kunst en muziek. Natuurlijk is het wel frustrerend dat je ook wat namen moet laten vallen. Onze eerste lijst was écht lang, maar als curator moet je knopen doorhakken. En we werkten nauw samen met de ploeg van Pardon, To Tu. Daniel Radtke en Magdalena Dudek zijn fantastische mensen en hun club is een van de allerbeste plaatsen voor creatieve muziek op dit ogenblik.
Wat is voor jou de kern van Brötzmanns nalatenschap?
DIY. Niemand zal het voor jou doen. Volg je eigen pad. Fuck de rest. Dat is de kern. Natuurlijk zijn er meer kwaliteiten in die nalatenschap. Het leven van een artiest is complex. Ik leerde VEEL van Peter. Zowel goede dingen als slechte dingen, haha. We missen hem. Dat is vanzelfsprekend. We worden omringd door zoveel bullshit. Politiek, muzikaal, ideologisch. Peter was een meester in het herkennen en aanwijzen daarvan. Die nalatenschap blijft. De muziek blijft. Net als de kunst en de herinneringen. Die verlaten ons nooit.
Ik had ook het geluk om Brötzmann vaak aan het werk te zien. Een paar van mijn meest memorabele concerten waren die met het Chicago Tentet. Een vrij improviserende band van dat formaat, het had soms iets miraculeus. Heb jij ook favoriete Brötzmann-bands?
Te veel om op te noemen. Er waren zoveel ontmoetingen, tours, concerten, opnames, tentoonstellingen. En tijd die gedeeld werd op en naast het podium. Hij had een soort wijsheid die vandaag zeldzaam is. Ik ben blij dat we in de late jaren negentig ook het initiatief namen om voor het eerst sinds de jaren zestig ook zijn beeldend werk te tonen. Ik cureerde een grote tentoonstelling met de meeste van zijn grote stukken, posters en meer in het Ystad Art Museum met Thomas Millroth. Als het Tentet werkte, als de muziek ECHT samenkwam, dan was het pure magie. Daarnaast speelden we ook wel wat middelmatige concerten. Dat is de natuur van geïmproviseerde muziek. De bereidheid om risico’s te nemen. Daar hou ik van. Sonore [een trio van Brötzmann en Gustafsson met Ken Vandermark, gp] is een van mijn favoriete groepen aller tijden. We speelden een paar concerten die over-the-fucking-top waren, het is moeilijk om uit te leggen. Wel, alle avonturen met Peter waren een uitdaging. Ik hield van elke seconde.
Fire! Orchestra CBA
Ik geloof dat ik een van de allereerste concerten van het Fire! Orchestra meemaakte, in 2013 tijdens het Konfrontationen festival in Nickelsdorf (Oostenrijk). Herinner je je die avond nog?
Oh ja, onze bassist Johan Berthling werd vlak voor het concert ziek en moest naar het ziekenhuis. Onze gitarist David Stackenäs heeft dan van hem overgenomen op bas. Het was hilarisch. Maar Johan is uniek. De manier waarop hij de bas speelt kan nooit zomaar vervangen worden. Konfrontationen was een geweldig festival. Die nalatenschap. De geschiedenis ervan. Ik ben er trots op dat ik in hetzelfde dorp woon, ook al heb ik dezer dagen geen connectie meer met het festival. Ze gaan hun weg en zijn nu minder bezig met die ‘konfrontationen’.
Had je ooit gedacht dat het Orchestra na meer dan een decennium nog actief zou zijn?
Fuck yeah! Haha! Nee, serieus, je mag nooit iets vanzelfsprekend vinden. Het startte allemaal aan het einde van een tour van het Fire! trio, als een soort van grap: “laten we eens al onze vrienden uit Stockholm uitnodigen en een ENORM concert spelen.” Dat was het plan. Dat eerste concert was direct monumentaal, met meerdere drummers en bassisten. Veel van vanalles. Nu spelen we met artiesten die afkomstig zijn van waar we spelen. En in de huidige Echoes-versie ook met verschillende drummers. Onze drummer Andreas Werliin nam even een pauze om te kunnen focussen op het trio en andere projecten. Het Fire! Orchestra blijft sterk. Er is nu een grote Franse afvaardiging met volk van Nout, zoals de geweldige fluitiste Delphine Joussein, en ook gitarist Julien Desprez, met de meest agressieve gitaarrazernij van het moment. We zijn nog altijd geïnteresseerd in evolueren. Dat is mogelijk door die rotatie van muzikanten en wat dat doet met de muziek. En CBA, de Community Based Activity, wanneer we werken met lokale muzikanten. DAT IS WAT!! Groeien en de netwerken uitbreiden. Het universum van F!O blijft zo uitzetten. I love it.
Wat was doorheen dat decennium de grootste verandering naast de instrumentatie?
Elke versie heeft zijn kwaliteiten. Het hangt helemaal af van de betrokken persoonlijkheden en hun instrumenten. En ook: elke compositie betekent een nieuwe versie van de basis van Fire! Orchestra. Exit, Enter, Ritual, Arrival, Actions, Echoes… het verhaal gaat verder. Het Orchestra MOET veranderen. We willen onszelf niet herhalen. We willen verder gaan, muzikaal en artistiek. Het is taai, economisch gezien, bijna onmogelijk, maar we willen tonen dat het TOCH mogelijk is, zelfs nu er minder subsidies zijn, etc. We MOETEN het mogelijk maken.
Er waren intussen heel wat verschillende line-ups. Heb je nog onvervulde ambities of dromen over?
Te veel om op te noemen. We willen de mogelijkheden openhouden. Elk jaar duiken er nieuwe creatieve muzikanten op. Er zullen nog veranderingen zijn, natuurlijk. Jongere en oudere muzikanten trekken onze aandacht en vaak voelen we de noodzaak om hen te betrekken. Dat is deel van het proces. Ik hou ervan om zo te werken. Nieuwe muzikanten in de pool gooien, dan heeft echt impact op de muziek. Werken met twee rockdrummers, David Sandström en Blanche Lafuente, stuurde ons in een specifieke richting. Arrival had een strijkkwartet en veel klarinetten en dat bepaalde de muziek die we speelden. Dat is een proces. En het zal een proces blijven. We startten die CBA-versie eenvoudigweg om de mogelijkheden uit te breiden. Voor onszelf. Voor de andere muzikanten, de nieuwe generatie. We nodigen muzikanten uit omwille van hun verdiensten. Het hangt allemaal af van hun muzikale kwaliteiten en wat ze kunnen bijdragen aan het collectief. We kiezen de muzikanten voor de CBA in nauwe samenwerking met de lokale organisatoren. Dat is een win-winsituatie. Dat geloven we echt en we houden ervan om nieuwe artiesten te ontmoeten, nieuwe mensen. Het is al een droom geweest. In Denemarken, Zweden, Italië, Slovenië en elders.
Enig idee hoe je de twee concerten tijdens Summer Bummer gaat aanpakken?
We hebben ons materiaal, onze stukken, de manier waarop we ermee omgaan. Misschien steken we er ook wat oudere melodieën en vormen in. Of we creëren volledige nieuwe dingen. Maar de basis is het materiaal van Echoes. We werken eraan om iedereen op hetzelfde pad te krijgen en benaderen het materiaal als een eenheid. Een collectief. Dat is wat we doen. De repetities zullen bepalen hoeveel materiaal we live zullen gebruiken. Niets ligt op voorhand vast. Alles wordt bepaald terwijl we eraan werken. We have our way.
Heb je ook al een eerdere samenwerking gehad met kinderen?
We deden recent een vergelijkbaar concert in Aarhus, Denemarken. Het was hilarisch. Dikke fun!! En de muziek kwam er prachtig uit, met zeven drummers, zeven bassisten, acht gitaristen, tien toetsenisten en vier zangers, de meest ongewone bezetting ooit. En géén blazers, haha! Helemaal hilarisch. We houden ervan om te werken met jonge muzikanten in deze context. De openheid was totaal. En compleet eerlijk.
Onmisbare getuigen
Fotograaf Žiga Koritnik werkt aan een opvolger voor zijn klassieke fotoboek Cloud Arrangers, deze keer met Brötzmann als focus. Wat betekent Žiga’s werk voor jou?
Žiga is a brother. Al vele jaren. We ontmoetten elkaar voor het eerst in 2000 en het is sindsdien een feest geweest. We zijn van dezelfde generatie en werken goed samen, deden al veel samenwerkingen de voorbije jaren. En hij is een van de weinige fotografen waar Peter echt van hield en zelfs bewonderde, terwijl hij zelf ook een goed fotograaf was. Žiga’s gevoel voor het beeld is fantastisch. Hoe hij het moment vat. Als het op muziek aankomt, is hij #1. In competitie met zijn partner Petra Cvelbar en de Zweedse fotograaf Johan Bergmark. Ze zijn geweldig, elk met een heel eigen stijl. Ik hou van fotografie. Hoe een moment bevroren en vastgelegd wordt. En Žiga is een meester.
Denk je dat getuigen essentieel zijn voor de scéne, met beelden en woorden?
Natuurlijk, dat is vanzelfsprekend. We hebben dit nodig. Iemand moet het documenteren. Zodat we kunnen herinneren. Om te kunnen leren uit de geschiedenis. Om vooruit te kunnen gaan. Om de muziek te kunnen ontwikkelen. Het grote probleem is dat teksten over de muziek van heel, heel ongelijke kwaliteit zijn, en vaak geschreven worden met oogkleppen, haha. En veel schrijvers doen het om egoïstische redenen en met allerlei agenda’s. Het is een eigenaardige, foute balans. Ik zou graag eens wat critici bespreken, want sommigen van hen fuckin’ suck. Als ze muziek zouden spelen, dan zouden ze niet aan een concert geraken zonder er zelf voor te betalen. Sommigen nemen hun job niet serieus. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Er zijn schrijvers met een heel eigen taal en stijl. En kennis. Toewijding. Die de traditie verrijken door nieuwe connecties en patronen te zien. Brian Morton, Peter Margasak en John Corbett zijn drie van mijn favoriete schrijvers. Het niveau van kritiek gewijd aan poëzie, literatuur, theater, dans en andere kunstvormen is van een veel hoger niveau. En zo is het al jaren. Ik wou dat het snel kon veranderen. Muziekjournalistiek komt natuurlijk ook helemaal achteraan in de krant dezer dagen. We hebben een nieuwe generatie critici nodig. Waar is die generatie? Dit verhaal moet verteld worden. Op een nieuwe, creatieve manier.
Zou je ooit overwegen om een autobiografie te schrijven?
Ik spreek al over mezelf via mijn muziek. En ik druk mezelf uit in tekst via mijn discaholic essays. Ik publiceerde er heel wat in het Zweedse Orkesterjornalen in de voorbije tien jaar en nu schrijf ik voor WeJazz. In het Engels, met een groter publiek. Die jongens doen geweldig werk met hun magazine, bovenop het produceren van albums, concerten en festivals. Indrukwekkend. Maar ik heb geen plannen om een echte autobiografie te schrijven, haha! Maar ik wil wel graag een tweede versie uitbrengen van mijn Discaholics! boek, met essays over discaholism en verwante aandoeningen. Er komt ook een boek aan over freejazz op vinyl, in samenwerking met Thurston Moore en Byron Coley. Dat staat al vijf jaar in de steigers. Soooooon!!
Heb je nog wat boeken aan te raden?
Ik heb er wel een paar. Het recent verschenen boek over Albert Ayler (Holy Ghost van Richard Koloda) is badass. Echt goed. Net als de twee monumentale biografieën van Sonny Rollins (Saxophone Colossus van Adian Levy) en Monk (The Life and Times of an American Original van Robin D.G. Kelley). Super boeiende biografieën op alle niveaus. Als we het hebben over vrije muziek, dan moet iedereen Derek Bailey’s Improvisation: Its Nature and Practice in Music lezen, een klassieker om vele redenen. Wil je inzicht krijgen in de mechanieken in vrije muziek en oefeningen gelinkt aan de muziekvorm, dan is er maar een echt fantastisch boek: John Stevens’ Search & Reflect. En Steve Lacy: Conversation [samengesteld door Jason Weis, gp] is a total killer. Ik heb bakken geleerd door dat te lezen. Hilarisch, ook! Van de oudere boeken is Art Taylor’s Notes and Tones een favoriet. Nu ben ik begonnen, haha! Er zijn ook heel wat heavy boeken en biografieën over hedendaagse en etnische muziek, dat is misschien iets voor een andere keer. Maar ik kan ook niet zonder Sun Ra’s poëziebundels of het mooie notes (8 pieces) van Wadada Leo Smith. Essentieel spul.
Vrije muziek gaat over het moment, de uitwisseling tussen mensen, die plaatsvindt in het NU. Zijn albums waardige alternatieven, vervullen ze de rol van getuige, of zijn ze vooral goed om te verkopen en misschien wat mee te verdienen?
Eerst en vooral: we verdienen niet zoveel aan albums. Het is soms al moeilijk genoeg om uit de kosten te geraken. De platen maken we eigenlijk vooral om promotionele redenen, om meer concerten te kunnen krijgen. Om te overleven als muzikanten. Ik hou van platen, je weet dat. Ik ben een verzamelaar. Ik ben een zelfverklaarde discaholic. Als het aankomt op promotie, dan verkies ik cd’s. Die zijn een stuk makkelijker mee te nemen en goedkoper te produceren. Maar het hele proces van een vinylplaat maken, dat is helemaal mijn ding. Ik hou van het proces. Alles waarvan ik hou als verzamelaar, zit erin. Natuurlijk zit de muziek is het NU, in het moment. Toch ben ik blij dat we er ook iets van kunnen vastleggen, zodat we kunnen leren uit het verleden. Teruggaan is de enige manier om vooruit te gaan. Dat leerde ik al vroeg. Het is een centrale gedachte. Opnames zijn nodig. Voor informatie. Voor inspiratie. En hoe graag ik mijn muziek ook documenteer, vandaag hou ik meer van studio-opnames. Om het geluid te kunnen controleren en de studio als creatieve tool te gebruiken. Ik hou niet meer zoveel van live-opnames. Dat was twintig jaar geleden helemaal omgekeerd. Ik hou van live spelen en het live laten. Levend.
Terugkijken (of net niet)
Je wordt dit jaar 60. Heb je bereikt wat je wilde bereiken op die leeftijd?
Zestig? Echt? Daar had ik geen idee van, haha. Wel, het gaat om het proces. En het is – met dank aan Thor & Odin – een levenslang proces dat blijft doorgaan. We kunnen wat we doen altijd verder ontwikkelen. Dieper gaan en nieuwe manieren en routes zoeken. ALS WE WILLEN. Sommige artiesten zijn oud op hun 23ste. Andere artiesten, zoals Joe McPhee en Christer Bothén, blijven eeuwig jong. En ze zijn de tachtig gepasseerd. Het draait allemaal om attitude. Ik ga nooit klaar zijn. De dag dat ik niet langer nieuwsgierig ben, zal ik thuisblijven. Nieuwsgierigheid is alles. Ik wil altijd meer ontdekken, veel meer over nieuwe artiesten, nieuwe muziek, nieuwe talen. Het is altijd daar, en in mijn vinylarchief. Ik ben extreem gelukkig dat ik kan leven van deze muziek spelen. Het is een privilege. Veel werk en veel offers, maar het is het waard. De beloning is immens. We moeten terugkijken om te zien wat er aan de horizon verschijnt.
Is er iets dat je anders gedaan zou hebben?
Niets. Geen reden om ergens spijt van te hebben. Je kan het toch net meer veranderen. Ik heb domme dingen gedaan en goede dingen gedaan. Maar waarom moet ik me daar zorgen over maken? We moeten verder. En verder. En verder.
Als je muziek hoort van je jongere zelf, wat hoor je dan?
Het is een moeilijk gevoel, ik doe het zelden. Maar het proces is het proces. Wat ik deed in het verleden was nodig om me te maken tot wat ik nu ben. Dat is me heel duidelijk.
Voel je als ervaren muzikant en bandleider een soort verantwoordelijkheid naar de muziek, de scène, andere muzikanten?
Ik heb een enorme verantwoordelijkheid. Ik ben me daar bewust van. En ook dat is een privilege. Om de informatie, tradities en mechaniek van de muziek door te kunnen geven. Niet om mensen te zeggen wat ze moeten doen, maar te tonen welke deuren geopend moeten worden. Door henzelf. Deze muziek draait om DELEN. En als we dat echt doen, zonder met ego en carrière bezig te zijn, dan zullen we slagen. We zullen de boel veranderen. Alles kan veranderen als we vrij leren luisteren – we kunnen vrij leren spelen – en we leren om vrij te denken en te reageren. Zo simpel is het.
Zijn er bands uit je carrière die over het hoofd gezien werden?
Haha! Veel. En geen enkele. Het maakt me niet uit, echt. Toen ik jonger was, was ik gefrustreerd dat sommige albums meteen opgingen in de lucht. Terwijl je er alles in stak en hoopte dat het iets zou veranderen. Je leert snel dat het proces trager is dan dat. Veel trager. Goede dingen hebben tijd nodig. Veel tijd. We brachten net een opname uit van Gush [Gustafssons trio met Sten Sandell en Raymond Strid, gp] uit 1998. We waren het jarenlang helemaal vergeten. Eerder dit jaar luisterden we nog eens en waren helemaal verbaasd. Helemaal te gek om het opnieuw te horen. Afro Blue verscheen onlangs bij TROST Records. Sommige muziek wordt niet goed ouder. Dat weten we. Maar deze muziek voelt nog altijd heel fris aan. De Gush-opname verraste me met zijn creativiteit. We zijn nu opnieuw op tour, door deze opname uit 1998. Als ik terugdenk aan mijn opnames met Günter Christmann en Paul Lovens, dan moet ik lachen.
Ik weet dat je graag onderschatte muziek deelt. Heb je zo nog wat aanraders om te ontdekken?
De Zweed Lars-Göran Ulander, een altsaxofonist. Hij ging naar schoon met mijn moeder, in Umeå. Hij werd al vroeg de baas van de jazzafdeling van de Zweedse radio en stopte al die tijd met zelf muziek maken. Zijn muziek is waanzinnig FANTASTISCH. Hou je ogen open voor de release van zijn opnames die later dit jaar verschijnen via Caprice / Öpett Ett. De Zweedse tenorspeler Anders Ekholm is ook een monster. Gewoon geweldig. Er zijn heel wat Scandinavische muzikanten die stierven in de jaren vijftig en zestig door drugs of gerelateerde redenen. Te veel om volledig te zijn, maar ga zeker op zoek naar muziek van Rolf Billberg, Allan Wajda en Bo Wärmell. Absolute kick ass! Er zijn natuurlijk veel miskende muzikanten op deze planeet. Overal. Omwille van gender, religie, geografie, ras, politieke of andere redenen zijn ze verdwenen uit de geschiedenis. Een goed voorbeeld is Mary Lou Williams, die fantastische concertante jazz maakte, niet bestemd als entertainment of dansmuziek, in de tijd van Ellington. Haar Zodiac Suite is ongeëvenaard. Een ZEER duidelijk voorbeeld van gender-diskwalificatie van de ergste soort. En mensen moeten zeker het werk van deze grote artiesten checken: Polly Bradfield, Joe Maini, Hal McKusick, Helmut Brandt, Hermann Keller, Mad Man Jones en natuurlijk de grote Tony Fruscella. Er zijn muzikanten die enkel goed zijn in zelfpromotie en niets toe te voegen hebben aan de scène en de traditie. Geen namen. Ze weten wie ze zijn.
Is het belangrijk om iets na te laten?
Dat is niet voor mij om over te oordelen. Ik doe wat ik doe omdat ik geen andere keuze heb. Ik moet mijn onderzoek doen. Welke sporen dat nalaat, is nu niet belangrijk voor me. Misschien zullen die er zijn en enkel de geschiedenis zal bepalen wat belangrijk of radicaal was.
Vrij / vrijheid
Wat betekenen ‘vrij’ en ‘vrijheid’ voor jou?
Niemand is helemaal vrij. Maar we zijn wel altijd vrij om te kiezen. Vrij om keuzes te maken. Op ELK moment. Dat is belangrijk. De vrijheid om te kiezen. Je eigen pad. DAT is het.
Vrije muziek impliceert dat je fouten moet kunnen (en durven) maken. Maak je nog veel fouten en hoe ga je daarmee om?
Fouten zijn mijn belangrijkste middel om te ontwikkelen, als muzikant en als mens. Dat is belangrijk en altijd van toepassing. We kunnen enkel leren van onze fouten. We leren nooit door successen bij wat we doen. Voor mijn extended techniques zijn fouten altijd bepalend geweest om verder te kunnen ontwikkelen. Altijd. Dat is mooi. Fouten zijn mooi. ALS je ervan leert. Zo simpel is het. Het is een essentiële sleutel tot alles. We moeten bereid zijn om fouten te maken. Fouten durven maken, anders zal er geen reet veranderen. Ik kijk uit naar de volgende fouten. Die laten ongetwijfeld niet lang op zich wachten.
Evan Parker zei eens dat de centrale paradox van de vrije muziek is dat hoe beter je voorbereid bent, hoe vrijer je kan zijn. Hoe denk jij daarover?
Fuck yeah. 100%. Zonder een ECHT gevorderde beheersing van je instrument zal je nooit snel genoeg zijn. Om te reageren. Of niet te reageren. De keuze te hebben. Hoe meer kennis je hebt, hoe beter. Je moet toevoegen en toevoegen en toevoegen. Er komt geen einde aan. Hoe meer je leert, hoe beter. Zelfs als je delen ervan weer vergeet. Je moet de techniek hebben om vrij te zijn. Het is een paradox, ja. Maar ik zweer erbij. En ik hou ervan om mijn shit te verdiepen. Mijn persoonlijke taal te ontwikkelen. Mijn technieken. Dat is de enige manier. Evan zegt veel goede dingen. Ze zouden verzameld moeten worden in boekvorm, als je ‘t mij vraagt.
Kan vrije muziek waarden in zich dragen die iets zeggen over hoe je over de maatschappij denkt?
YES! 100%. Zonder de ideologische en politieke connecties en waarden zou ik deze muziek niet spelen. Delen is alles. En deze muziek heeft duidelijk een effect op mensen en de maatschappij. Hoe leren om te denken en vrij te reageren door vrij te luisteren. Ik geloof dat we betere wegen kunnen vinden in deze fucked up populistische chaos waar we in leven. Dingen die met diepere menselijke waarden te maken hebben. Als meer mensen zouden denken en zich ernaar gedragen – we kunnen allemaal het verschil maken. Maar de mainstream media van vandaag voorkomen dat vaak. Vrij en kritisch denken is waar we ons op moeten toeleggen. Waar de volgende generatie mee moet bezig zijn. Ik ben niet verblind door samenzweringstheorieën, maar we hebben nog een lange weg af te leggen. Vooral nu AI en achterlijke algoritmes onze levens en manier van leven controleren. Als we écht leren hoe met elkaar om te gaan, zoals de geïmproviseerde muziek dat kan, dan zien we een mooiere wereld. Die zou heel anders klinken en er anders uitzien. YES!
Ik beweerde zelf ook eens in een tekst dat je democratie – uitwisseling, interactie en gelijkheid, die de kern van de vrije muziek uitmaken – niet op waarde kan schatten en tegelijk stemmen voor een racistische partij. Sommige denken dat ze los staan van elkaar. Hoe denk jij daarover?
Zeker weten, dat is niet mogelijk. Racisme is eigenlijk gewoon ongeschoolde mensen die bang zijn van het onbekende. Educatie blijft extreem belangrijk. En we kunnen die strijd niet winnen als mensen dat niet krijgen. Helaas zijn onze maatschappijen niet uitgerust om er iets aan te veranderen. Ofwel ben je helemaal gek geworden, verblind door bad mojo. Als de echte waarden voorop zouden staan, dan zou alles er anders uitzien. Populistische, extreemrechtse bullshit is de hele tijd rond ons. Het hangt allemaal samen. Waarden, democratie. Echte democratie toch, niet de fake versie die je zit in de VS en elders, interactie en meer. Het is ALLEMAAL geconnecteerd. Populistische bullshit en massa-commercialisme zijn gevaarlijk en voorkomen dat mensen gaan denken.
Over improviseren: werkt het het best als je in een intuïtieve, spontane flow geraakt, waar de muziek het overneemt? Of geef ik dan te weinig krediet aan het denkproces, het intellectuele element? Het voelt toch vaak aan dat de dingen écht goed worden zodra de afstand tussen inspiratie en instrument zo kort mogelijk gehouden wordt…
Je hebt het bij het rechte eind. Er zijn veel meningen hierover. Wat voor jou werkt, dat werkt. Maar voor mij is vrije muziek een intuïtieve kunstvorm. Natuurlijk start het met wie je bent, met wie je speelt en welke middelen je ter beschikking hebt. Maar als je een bepaalde gemoedstoestand bereikt en niet je intellect gebruikt, dan is de flow immens. En prachtig. Een stroom van bewustzijn. Als je te veel denkt en begint te analyseren, dan word je trager. Dat betekent dat de interactie vertraagd wordt. En als je het moment mist, is het zo verdwenen. De energie is weg. Het moment voorbij. Dat betekent niet dat je geen geweldige muziek kan maken, maar binnen vrije muziek en inspiratie moet het direct zijn. Dat is mijn mening. Natuurlijk zijn er veel niveaus van vrije muziek. Sommige parameters kunnen vastgelegd worden en andere open blijven. Een spel tussen het spontane en het gecomponeerde. Dat kan leiden tot extreem interessante en creatieve muziek. Maar wanneer vrij geïmproviseerde muziek écht werkt, dan is het een van de meest fantastische vormen van muziek. Punt. Het tegenovergestelde is ook waar. Wanneer vrije muziek niet werkt, dan is het de slechtste soort muziek. Wanneer iemand in een collectief alleen maar zijn/haar ding doet, te luid of te veel speelt, of het ego het voortouw neemt, dan werkt de muziek niet. En het moment is dood. Daarin zit de uitdaging waar ik zo van houd. En daar moet je risico’s nemen. Op elk moment moet je bereid zijn dat te doen en fouten te maken. En van daaruit kan je dan weer verder. Mijn God, deze vragen zijn triggers. Misschien moeten we hier samen ook een boek van maken? Haha!
Be strong, be wrong
Nog een paar vragen. Oefen je zelf nog veel? Heb je daar nog wel de tijd voor?
Tijd is kostbaar. Meer en meer. Er zijn prioriteiten. Dat is zeker. Ik hou ervan om te oefenen en ik probeer er elke dag wat tijd voor te vinden. Soms is dat niet mogelijk. De pandemie was op een paar gebieden een goede periode. Het was fantastisch om bij mijn gezin te zijn. 24/7. Wat een geweldig jaar! Raar, maar helemaal te gek vanuit dat perspectief. Als het op oefenen aankomt: hell yeah! Het was al geleden van m’n tienerjaren dat ik nog zoveel kon oefenen. Ik ben na jaren weer fluit gaan spelen, vastberaden om nieuwe paden, invalshoeken en technieken te leren. Al mijn ervaring op de rieten heb ik ingezet voor de fluit. Ik startte ooit als een klassiek fluitspeler, maar de sax heeft dat allemaal verwoest, haha! Dus het is te gek om terug meer tijd door te brengen met dat instrument. Heel inspirerend. Ik wou dat ik meer tijd had om te oefenen. Ik zou wat minder projecten moeten doen en meer op mijn instrumenten focussen. En ik wil meer THUIS zijn. Dat is gewoon zo. Ik wil meer thuis zijn bij mijn meiden. Ik hou van thuis zijn. Reizen is erger dan ooit. Hysterisch en stresserend. Muziek spelen is meer creatief en plezierig dan ooit. Het is wonderbaarlijk om in zoveel projecten en situaties te spelen. Maar het reizen is klote, big time.
Je spendeerde ook wat tijd in Ethiopië met The Ex. Wat leerde je daaruit?
Ik leerde vooral om geen rauw vlees te eten, haha! Het was een geweldig avontuur. Een van de beste reizen ooit voor mij. De connectie met de cultuur, met de muzikanten. Magisch. Ik hou van die cultuur en die mensen. Zo inspirerend. Werken met The Ex is altijd extreem. Extreem veel fun en fantastisch. We zijn weer aan het denken om iets samen te doen. Mijn wortels zitten in punk en garage en het is geweldig om dat in verschillende settings te kunnen verderzetten. Het nieuwe materiaal met Backgrillen, met leden van Refused, is een fantastische mogelijkheid om creatief te zijn en mijn ervaring met geïmproviseerde muziek, noise, creatieve rock en hardcore te gebruiken. Ik hoorde The Ex onlangs trouwens in Ljubljana, met nieuw materiaal. And it freakin’ RULED!
Je bent altijd een heel energieke speler geweest. Kan je nog altijd zo makkelijk energie opwekken als vroeger? En wil je spelen zo lang je kan, of kijk je stiekem uit naar het moment waarop je thuis kan blijven, bij je familie en je platen?
Haha, exact. Simpel gezegd: zodra de energie en toewijding er niet meer zijn, zal ik zeker thuis blijven. De energie moet er zijn, anders stelt het niets voor. Ik weet dat ik veel soorten muziek kan spelen, met verschillende energieniveaus en dynamiek en weet ik veel, als dat nodig is. Maar ja, die energie moet er zijn. Vanbinnen en vanbuiten. Ik hou ervan om thuis te zijn, bij de meiden en de platen. Laten we zien wat er gebeurt. Ik ben vooral dat reizen kotsbeu. Het is een privilege om deze muziek te kunnen spelen en te kunnen overleven. Ik zal het ook doen zolang de uitdaging er is. Zolang ik frictie kan vinden in de muziek om mee te werken. Ik kijk nu al uit naar de volgende uitdaging.
Nog eentje! Hoe cool is het niet dat Wrong van NoMeansNo EINDELIJK weer beschikbaar is na al die jaren?
Dit is zo belangrijk. Voor de mensheid. Voor muziek. Voor ons allemaal. Check zeker ook Dead Bob [het nieuwe project met o.m. ex-NoMeansNo-drummer John Wright, gp]!! Ik pikte vorige week een exemplaar mee van hun album in Canada. Fuckin’ amazing!! Wrong blijft een van de belangrijkste albums uit mijn leven. Spiritual Unity, Inner Mounting Flame, Dry, The Way Ahead, Gravest Hits, Natural Music en Wrong… wat heb je nog meer nodig voor een beter leven?
Guy Peters